Uiterste armoede schaakmat zetten!

Inleiding: De Universiteit is de tegenpool van uiterste armoede

De uiterste armoede schaakmat zetten is het thema voor deze enkele uren van gemeenschappelijk overleg. De uiterste armoede schaakmat, maar waarom dit thema? Is de Sorbonne de aangewezen plaats waar voorzieningen getroffen kunnen worden ter bestrijding van de diepste armoede? Is ze een plek waar die strijd gevoerd kan worden? Blijkbaar niet. De Universiteit en de diepste armoede zijn, in principe, twee werelden die elkaar niet kunnen ontmoeten. De Universiteit, als zodanig, is niet het instituut dat de uiterste armoede schaakmat zet, maar eerder een bolwerk tegen diepste armoede. Aan de voet van haar muren moeten de golven van de plaag van armoede wel terugdeinzen. In alle opzichten is de Universiteit het tegendeel van diepste armoede: veiligheid en gemoedsrust, de geest volledig afgewend van de dagelijkse onrust en spanningen van de mens, volledig gericht op de ontdekking van blijvende werkelijkheden die boven het alledaagse uitgaan. De Universiteit is de haven van de geordende gedachte en staat daarom lijnrecht tegenover het voortdurend improviseren waaruit het leven in diepste armoede bestaat.

De Universiteit en de daar gevrijwaarde zekerheid van het weten en van het aanzien dat kennis verschaft, maken ambitieuze intellectuele bespiegelingen mogelijk. Geen mens die normaal bij zinnen is, waagt zich aan dergelijke bespiegelingen, zolang hij is blootgesteld aan het geweld van armoede, huisuitzetting, werkloosheid, honger en de uithuisplaatsing van zijn kinderen, zolang hij doelwit is van vernedering en angst hem telkens op de vlucht doet slaan; zolang hij afhankelijk is van vormen van veelal onvoorspelbare hulpverlening, van liefdadigheid van overheid of particulieren.

De Universiteit, dat is de mens die de natuurwetten beheerst en de regels voor alle scheppingen van de mens. Uiterste armoede daarentegen is de mens, die door de natuur, de materie en zijn medemensen overheerst en onderdrukt wordt. Het is de mens die meester is noch over zijn lijf noch over zijn gedachten of over zijn leven. De universitaire mens is de tegenpool van de mens in diepste armoede. De een vertegenwoordigt voor de ander een totaal andere wereld. Hoe kunnen ze elkaar ontmoeten? Deze twee werelden kunnen inderdaad op geen enkele manier tot elkaar doordringen. De wereld waar de Universiteit haar licht over laat schijnen, kan niet doordringen tot de wereld die onder de min of meer rechtstreekse bedreiging van schrijnende armoede verkeert. Dit is een stelling die duidelijk generaliseert en ze zal bij sommigen wellicht ontsteltenis en zelfs verontwaardiging wekken.

Kunnen we daarmee de talloze universitaire studies en onderzoeken over de armoede negeren, de talrijke pogingen om wegen aan te leggen die milieus in schrijnende armoede, of minstens van armoede, en de academische milieus met elkaar kunnen verbinden?

Lees meer

Lezen Download
1 Reactie Geef een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *