Armoede en ellende

“Arm zijn en onderdrukt worden door sterkeren dan jij, dat is moeilijk te verdragen. Maar erg onverdraaglijk is het om veracht te worden, er voortdurend en herinnerd te worden dat je minderwaardig en totaal nutteloos bent. Het is niet te verkroppen, als je zelfs door naaste buren en bekenden behandelt wordt als iemand zonder enige waardigheid. “Ze beschouwen ons als voetveeg, minder dan niets…we zijn toch geen honden, dat ze ons op het gemeentehuis zo kunnen beledigen…”

Daar ligt nu het verschil tussen armoede en ellende. Een mens in ellende verkeert in een onmogelijke situatie, hij wordt volkomen over het hoofd gezien of, erger nog, als een stuk ongeluk beschouwd dat nooit geboren had mogen worden, terwijl hij in het diepst van zichzelf toch drommels goed weet dat hij mens is. Menswaardig behandeld willen worden, ervan dromen dat men iemand is, en dat toch niet krijgen, zelfs niet van de mensen die niet zoveel rijker zijn dan jij, zoals je buren, de kruidenier, de postbode, …dat is ellende. En dàt vormt nu juist de grens tussen armoede en uitsluiting”.

1 Reactie Geef een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *